Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde, [13]als Laban die tijding hoorde van Jakob, zijner zusters zoon, zo liep hij hem tegemoet, en omhelsde hem, en kuste hem, en bracht hem tot zijn huis. En hij vertelde Laban [14]al deze dingen. 13. Hebr. toen Laban de horing Jakobs hoorde. 14. Te weten, de oorzaak van zijn reis, en wat hem op den weg bejegend was, hetwelk alles Laban diende te weten, om voor te komen alle kwaad vermoeden van een zo schielijke en slechte aankomst, in vergelijking van Eliezers aankomst; boven, hfdst.24:.